Malaysia Airlines zal de tragedies die de luchtvaartmaatschappij dit jaar hebben getroffen te boven komen en zal uiteindelijk als een sterker bedrijf verdergaan.

Dat stelt de commercieel directeur van het noodlijdende bedrijf, Hugh Dunleavy, in een ingezonden artikel in de Britse krant Sunday Telegraph.

Malaysia Airlines werd dit jaar geconfronteerd met twee vliegrampen binnen enkele maanden. In maart verdween een vliegtuig van de maatschappij van de radar tijdens een vlucht van Kuala Lumpur naar Peking. Het toestel werd nooit teruggevonden en is naar alle waarschijnlijkheid neergestort in de Indische Oceaan.

Deze maand werd vlucht MH17 boven Oost-Oekraïne uit de lucht geschoten. Daarbij kwamen alle 298 inzittend om, waaronder 194 Nederlanders.

Felle concurrentie en hoge brandstofprijzen

Malaysia Airlines kampte al voor die rampen met zware verliezen, door felle concurrentie en de hoge brandstofprijzen. De jongste ramp heeft volgens Dunleavy haast gezet achter de zoektocht naar mogelijkheden om de ondergang van het bedrijf, dat grotendeels in handen is van de Maleisische staat, te voorkomen. Daarbij liggen diverse opties op tafel, waaronder een gedeeltelijke verkoop aan nieuwe investeerders.

De kans is groot dat het bedrijf onder een nieuwe naam verdergaat. Verder worden de routes van het bedrijf kritisch tegen het licht gehouden en wordt gekeken naar de mogelijkheden om meer diensten uit te besteden, om de winstgevendheid te vergroten.

Veiligheid luchtroutes

Dunleavy benadrukte in zijn artikel dat de luchtvaartsector moet zorgen voor een internationaal systeem om de veiligheid van luchtroutes vast te stellen. Die verantwoordelijkheid ligt nu nog bij de afzonderlijke luchtvaartmaatschappijen, die hun besluiten baseren op de relevante informatie van zoveel mogelijk betrouwbare bronnen.

Die situatie moet volgens de directeur veranderen. "Voor de veiligheid van passagiers en personeel moet er een hogere autoriteit komen. Dagelijks gaan honderden vluchten over gebieden die over het algemeen als onveilig worden gezien. Landen als Irak, Iran, Syrië en Afghanistan laten burgerluchtvaart allemaal toe. De beslissing of het luchtruim boven die gebieden veilig is, moet niet worden overgelaten aan afzonderlijke luchtvaartmaatschappijen. Er moet iets veranderen."

Het toestel van Malaysia vloog op het moment van de ramp boven Oekraïne in een deel van het luchtruim dat was goedgekeurd dor de organisatie voor burgerluchtvaart van de VN (ICAO), aldus de directeur. "Deze tragedie heeft ons geleerd dat ondanks de richtlijnen en het advies van toezichthouders de lucht boven bepaalde gebieden simpelweg niet veilig is.''

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl